Op 8 december ging de Tweede Kamer definitief akkoord met de overdracht van 29 monumenten aan de Nationale Monumentenorganisatie (NMo). Hieronder bevinden zich bekende monumenten zoals de kastelen Trompenburg, Assumburg en Slangenburg. Ook diverse kerken, gedenkmonumenten en andere bijzondere gebouwencomplexen, waaronder de ruïne van Brederode en de vesting Naarden worden overgedragen aan de NMo. De overdracht is een primeur in Nederland: nooit eerder droeg de Rijksoverheid op deze schaal monumenten over aan een particuliere organisatie. De omvang maakt het mogelijk de monumenten te beheren op vergelijkbare wijze als de gerenommeerde National Trust en English Heritage in Engeland. Hiermee is het Nederlandse monumentenveld met de NMo een innovatieve speler rijker.
Robert J. Quarles van Ufford, directeur NMo: “De tijd was rijp voor de verwezenlijking van de NMo en de overdracht door het Rijk. De Rijksoverheid beschouwt het beheer van monumenten die geen overheidsfunctie hebben sinds 2011 niet langer tot haar kerntaak. Echter was er tot voorkort geen mogelijkheid om rijksmonumenten op grote schaal over te dragen aan een particuliere organisatie met voldoende ervaring in het beheer van bouwhistorisch erfgoed. Eveneens waren moeilijk te exploiteren objecten, zoals een gedenkzuil of een historische ruïne, nauwelijks onder te brengen. De NMo brengt hier nu verandering in.”
Het hoofddoel van de NMo is het efficiënt behouden en beheren van monumenten. Een van de manieren om dit te realiseren is het op grote schaal verwerven van monumenten, niet alleen van het Rijk maar ook van gemeentes en particuliere partijen. Deze schaalgrootte maakt professioneel vermogensbeheer mogelijk op een niveau zoals dat ook wordt toepast bij gevestigde organisaties als de National Trust in Engeland. Zo kunnen de monumenten onderhouden worden zonder structurele financiering van de (Rijks)overheid. Bij de verwerving van de monumenten selecteert de NMo niet op type, op deze manier functioneert de NMo ook als vangnet voor de voorheen moeilijk onder te brengen monumenten.
“Dat maakt de NMo in Nederland een unieke speler, maar we maken daarnaast ook een inhoudelijk verschil”, aldus Quarles van Ufford. Hij licht toe:
“Een tweede manier waarop de NMo een efficiënt beheer van monumenten verwezenlijkt is namelijk door het verenigen van organisaties actief op het gebied van monumentenbeheer. Hiermee voorziet de NMo in een grote behoefte in het Nederlandse monumentenveld. Het monumentenveld is de afgelopen decennia in hoog tempo geprofessionaliseerd en er is bijzonder veel expertise en kennis aanwezig. Echter is deze kennis en expertise verspreid over vele inhoudelijk of geografisch specialistische organisaties. In andere woorden, het veld is versnipperd. De NMo beoogt de aanwezige kennis en expertise te bundelen ten behoeve van kwalitatief goed behoud van monumenten.”
De NMo beperkt zich echter niet tot professionals. Erfgoedgemeenschappen spelen een belangrijke rol bij het beheer en behoud van monumenten. De NMo beoogt dan ook een actieve samenwerking met deze erfgoedgemeenschappen om zo het beheer van monumenten dicht bij het publiek te houden. Het hoofddoel van de NMO is dan ook een gezamenlijke inzet voor het behoud van cultureel erfgoed voor toekomstige generaties.