Op 20 september 2017 heeft minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat zij de fiscale aftrekregeling voor monumenteneigenaren per 1 januari afschaft. Daardoor worden met name de ruim 30.000 particuliere woonhuiseigenaren getroffen. Dat wekt bevreemding. Hoe is dit bijvoorbeeld te rijmen met het feit dat dezelfde minister in de onlangs in werking getreden erfgoedwet aan dezelfde monumenteneigenaren een instandhoudingsplicht heeft opgelegd?
Het systeem van monumentenzorg heeft als uitgangspunt fiscale aftrek en restauratiehypotheken voor particuliere eigenaren en subsidies voor onderhoud en restauratie voor de overige eigenaren. Met de op Prinsjesdag voorgestelde afschaffing van de fiscale aftrek wordt een methodiek veranderd die meer dan 30 jaar bestaat. De minister kondigde aan dat zij in 2018 het hele financieringsstelsel voor monumenten, waar deze regeling een fundamenteel onderdeel van is, wil evalueren. Het zou beter zijn geweest als de minister eerst de uitkomsten van deze evaluatie had afgewacht alvorens een beslissing te nemen over de aftrekregeling.
In de overwegingen om de fiscale aftrekregeling af te schaffen doet de minister overigens ook een beroep op een onderzoek dat zij in 2009 heeft laten uitvoeren en waaruit zou blijken dat de regeling niet aantoonbaar effectief is. In het rapport komen de onderzoekers echter tot de conclusie dat de regeling effectief is. Onduidelijk is waarop de minister haar afwijkend oordeel baseert
Diverse erfgoed- en monumentenorganisaties bepleiten een heroverweging van dit besluit van minister Bussemaker. De NMo is betrokken bij het gezamenlijk overleg van deze monumentenorganisaties.